Léa Rodrigues-Lalande: jong, vrouw en wijnbouwster
Haar grootouders waren wijnbouwers, maar haar ouders traden niet meteen in hun voetsporen: haar vader José werkte in de kurkensector als directeur van Vinocor, haar moeder had een boekhouderskantoor.
Nieuw leven in de wijngaard
Maar vijf jaar later gingen ze samen toch de uitdaging aan om het Château de Castres nieuw leven in te blazen. “Er waren amper 15 hectaren wijngaard en ik weet nog dat het binnenregende in de wijnkelder,” herinnert Léa zich. Na meer dan twee jaar werken, konden de familie Rodrigues-Lalande eindelijk hun eerste oogst binnenhalen. Léa herinnert dit zich alsof het gisteren was. Ze was zeven en het was het jaar van het WK voetbal, een uitgelaten zomer in de voetbalstadia … en in de wijngaarden.
“Onze familie kwam van over heel Frankrijk en uit Portugal om ons te helpen oogsten. Roland, de keldermeester, herhaalde voortdurend: ‘Pluk geen rotte druiven!’ Hij zei het zo vaak dat we aan het einde van dag een emmer met rotte druiven op zijn hoofd hebben uitgekieperd … Het was een gelukzalig moment dat me diep raakte.”
Een ander mooi moment: 1998 was ook het jaar dat de eerste millesime van Château de Castres werd bekroond met de Grande Médaille d’Or op het Concours Mondial de Bruxelles. “Mijn moeder kon het niet geloven! En het is toen dat mijn ouders beseften wat ze wilden doen: wijn produceren.” En zo ging het verhaal van de wijnbouwers Rodrigues-Lalande verder.
Graves en Pessac-Léognan
Momenteel verbouwen ze vier wijnsoorten : twee in de Gravesstreek en twee in Pessac-Léognan, ofwel zo’n vijftien rode en witte wijnen. Léa woont nu op het eerste domein, in het Rodrigues-Lalandewijnen is in goede, modderige en vastberaden handen.